Verkeerstips – veiliger en beter autorijden.

Toen ik naar de verkeersopleiding van de Rijkpolitie ging was één van de eerste lessen het afstellen van de buitenspiegels. Zoals (bijna) iedereen zag ik ook altijd een stukje van de achterkant van de auto.  De rijinstructeur vertelde dat geen zin had, omdat je dode hoek daardoor groter wordt. Stel je spiegels zo af dat je net je auto niet meer ziet. Je dodehoek is dan kleiner en je rijdt dus veiliger. Stel je spiegels in elk geval zo af dat ze elkaar onderling overlappen, zodat je dode hoeken voorkomt. Dan kun je in druk verkeer het toch lastige over je schouders kijken vaak achterwege laten. Probeer het maar eens, laat iemand achter je camper langs lopen en kijk wanneer je die het langste ziet.

Controleer vaak uw bandenspanning, veel mensen doen dat te weinig en met warme banden, zie bandenspanning meten.

Rem nooit ín een bocht. Doet u dat wel, dan heeft u de bocht verkeerd ingeschat. In het algemeen geldt dat u de bocht sneller moet uitrijden dan inrijden. Door ietsje gas te geven blijft de auto trekken en rijdt u prettiger door de bocht, laat u uw gas los dan gaat de auto meestal iets meer naar de binnenbocht. Rij op de eigenrijbaan de ideale lijn, dan rijdt de auto rustiger.

Probeer de snelheid aan te passen aan de rest van het verkeer. Maar probeer wel de eigen snelheid zo gelijkmatig mogelijk te houden. Veel camperaars rijden soms erg langzaam alsof ze alleen op de wereld zijn en passen hun snelheid niet aan. Buiten dat het gevaarlijk is, is het verboden en ergerlijk voor het overige verkeer.

Kijk ver vooruit, pas dan kunt u anticiperen op wat er gaat gebeuren. Gebruik uw spiegels regelmatig zodat u ook weet wat er achter u gebeurd.

Geef op tijd richting aan, en soorteer voor, gaat u rechts af, zo ver mogelijk rechts rijden, gaat u links af zoveel mogelijk links voorsorteren en gaat u rechtdoor, rij dan op het midden van de rijstrook. Iedereen ziet dan wat u gaat doen.

Blijf ook in de file in je spiegels kijken. Zo kun je zien of er iemand achter je niet meer op tijd tot stilstand kan komen. Je kunt je op de klap voorbereiden of wellicht nog net op tijd ontsnappen. Voorts zie je motorrijders eerder aankomen die door het midden van de file rijden. Zorg dat er wat tussenruimte blijft voor de motoren.

Als je moet stoppen in de file, zorg er dan voor een ontsnappingsmogelijkheid. Dus stop niet kort achter een andere voertuig. Je hebt dan  nog een ontsnappingsmogelijkheid. Sta je te dicht achter je voorganger, dan sluit je jezelf op. In geval van nood kun je geen kant meer op.

Rijden in de bergen.

  • Beter kort maar krachtig remmen. (Niet langer dan 5-8 seconden)
  • Laat de remmen op tijd afkoelen
  • Schakel op tijd terug – schakel regelmatig, wees niet lui
  • Rij langzaam bij het ingaan van een bocht
  • Let op de hoogte bij tunnels, maar ook overhangend gesteente.

 

Share

Vergelijkbare berichten