Verzoekschrift Europese Parlement.
Op 13 oktober 2012 heb ik een verzoekschrift ingediend bij het Europese Parlement. De tekst van het verzoekschrift luidt:
“Veel gemeenten in Nederland en België verbieden het verblijven in de nachtelijke uren in een camper. Voorbeelden van dergelijke artikelen vindt u op https://camperpunt.nl/bezwaarschrifte/ . Bezwaarschriften die ingediend worden door mensen met een camper worden vaak geseponeerd en daardoor wordt de toegang naar de rechter beperkt.
Uit jurisprudentie blijkt voldoende dat een kampeerauto kan worden aangemerkt als verblijfplaats en derhalve gezien kan worden als een verblijfplaats zoals bedoeld in artikel 2 bij Protocol 4 van het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. ( Hoge Raad Nederland 6 november 2007, LJN BA8511 en Gerechtshof Leeuwarden 21 juli 2005, LJN AU1557 en de Jong Orde in beweging 2000, p. 149). Ik stel dan ook vast dat enkele internationale verdragen “de vrije keuze van een verblijfplaats” als een grondrecht bestempelen.
De vrije keuze van verblijfplaats wordt gewaarborgd door artikel 2 van Protocol nr. 4 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ( EVRM ) en door artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ( IVBPR ).
Zoals gezegd is bij de vrije keuze van een verblijfplaats sprake van een grondrecht, net zoals bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering en betoging. In deze verdragen wordt toegestaan dat dit grondrecht ten aanzien van de verblijfplaats aan bepaalde beperkingen kan worden gebonden. De verdragstekst ( art. 2 lid 3 Vierde Protocol EVRM ) daarover luidt als volgt: De uitoefening van deze rechten mag aan geen andere beperkingen worden gebonden dan die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid of van de openbare veiligheid, voor de handhaving van de openbare orde, voor de voorkoming van strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of van de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
In verband met de hier genoemde mogelijkheden om het grondrecht op een vrije keuze van verblijfplaats te beperken is het van belang om vast te stellen dat een camper een speciale toerusting kent om daarin gedurende langere tijd te verblijven zonder aangewezen te zijn op externe voorzieningen . Daarin onderscheid een camper zich wezenlijk van andere soorten kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Mede op grond daarvan kunnen voor het overnachten in een camper andere maatstaven worden aangelegd bij het toepassen van de beperkingmogelijkheden van het innemen van een stand- of verblijfplaats.
Een camper wordt dus aangemerkt als een verblijfplaats – zoals in het Protocol4 van het EVRM en artikel 12 van het IVBPR bedoeld. Dan geldt in principe dat – als je wettig in een land verblijft – je met de camper vrij bent om een verblijfplaats te kiezen. Wel hebben overheden op grond van de beperkingsclausuleringen zoals hierboven genoemd ( veiligheid, openbare orde enz. ) de mogelijkheid om deze vrije keuze van verblijfplaats aan nadere regels te onderwerpen. Deze beperkingen moeten bij “de wet” ( daaronder vallen ook de gemeentelijke verordeningen ) zijn voorzien zo stellen het Vierde protocol EVRM in art. 2 lid 3 en IVBPR in art. 12.
Zowel vele Nederlandse- als Belgische gemeenten beperken de keuze van de vrije verblijfplaats voor mensen die gebruik maken van een camper in veel gevallen volledig, hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan de beperkingen die artikel 2 lid 3 EVRM en art 12 IVBPR aan een dergelijk verbod stellen.
Ik verzoek u om de betreffende regeringen op te roepen een einde te maken aan deze onrechtmatige behandeling van camper gebruikers.
Per brief van 16 april 2013 heeft de Commissie verzoekschriften mij meegedeeld dat zij het omschreven verzoek niet in behandeling te nemen op grond van artikel 201, lid 8 van hun Reglement. Zij verwijzen naar de Nationale instanties en de Nationale Ombudsman.
Op 20 april heb ik een klacht ingediend via overheid.nl. De reactie van Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Download hier het antwoord van het Ministerie!
Vervolgens heb ik op 21 mei 2013 de Vereniging Nederlandse Gemeente benaderd met een verzoek om een reactie.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.