Meten bandenspanning
Bij het meten van de bandenspanning moet u rekening houden met de volgende punten
De band moet koud zijn wanneer u de bandenspanning meet.- Een verhoogde bandenspanning tijdens het rijden is normaal (de band wordt warm en daardoor loopt de spanning op) en mag niet gecorrigeerd worden. Wanneer u niet in de gelegenheid bent om uw bandenspanning met koude banden te controleren, voeg 0,3 bar per band extra toe wanneer ze nog warm zijn van een lange(re) rit.
- De bandenspanning op dezelfde as moet altijd identiek zijn.
- De spanning kan wel verschillen tussen voor- en achteras.
- winterbanden hebben een ander soort rubber en vragen om 0,2 bar hogere bandenspanning.
- De ventieldopjes moeten stevig vastgeschroefd zijn zodat het ventiel beschermd is tegen stof en vuil.
- Gebarsten ventieldopjes moeten onmiddellijk vervangen worden.
- De meeste campers hebben achter een spanning van 5 Bar en voor van 4.5 Bar, maar kan per merk en soort band verschillen.
Lees ook waarom het meten van bandenspanning vaak verkeerd gaat!!!!
Onregelmatige slijtagepatronen:
- Cupping: Als je merkt dat bepaalde delen van de band meer versleten zijn dan andere (vaak door verkeerde uitlijning of versleten schokdempers), wijst dit op onregelmatige slijtage.
- Vlakke slijtage: Een gelijkmatige slijtage over het gehele loopvlak kan wijzen op goede bandenspanning en uitlijning. Echter, als het profiel erg laag is, moet de band worden vervangen.
- Slijtage aan de randen: Als alleen de randen van de band versleten zijn, kan dit duiden op een te lage bandenspanning.
- Slijtage in het midden: Als alleen het midden van de band meer versleten is, kan dit wijzen op een te hoge bandenspanning.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.